WOUTER HAMEL recent

 

Hamel loopt risico te gelikt te worden

door Hans Invernizzi. zaterdag 26 september 2009 in de Stentor

RECENSIE - Het is vooral gitarist Rory Ronde die Wouter Hamel en zijn band de ruigere popkant opstuwt. Rory gaat af en toe overstuurd tekeer en voegt aan de softpop van crooner Hamel, Sven Happel (bas), Olaf Keus (drums), Pieter de Graaf (toetsen) en Gijs Anders van Stralen (percussie) de broodnodige spicy rhythm & blues toe. De andere mannen spelen al met Wouter sinds 2005, het jaar waarin hij als eerste en tot nu toe enige man het Jazz Vocalisten Concours in Zwolle won.

In het begin werd Hamel (32) nog vergeleken met de Britse jazzcat Jamie Cullum. Inmiddels heeft de blonde charmezanger de jazz ver achter zich gelaten.De met prijzen overladen routinier heeft zich ontwikkeld tot een allround entertainer, die met zijn clubtour prima past in een poptempel als het Burgerweeshuis. Begin 2010 staat de man, die een heldenstatus heeft bereikt in Azië, weer in de reguliere theaters. Ook daar hoort deze kameleontische vocalist, gitarist en Wurlitzerbespeler thuis.Wouter heeft het American Songbook dichtgeslagen. Hij brengt nog louter eigen songs. Liedjes van hoge kwaliteit. Met aanstekelijke melodietjes en licht ironische teksten. Het is niet verwonderlijk dat zijn cd’s Hamel en Nobody’s Tune, die beide vrijwel integraal voorbij komen, zo goed verkopen. Hamel voelt zich thuis in alle hoeken van de pop.Hij zingt met flair, zet zijn innemende persoonlijkheid buitengewoon effectief in en weet zich gesteund door een superstrak combo. Maar Wouter loopt een risico. Namelijk, dat zijn performance te gelikt, te glad wordt. Met te veel gimmicks. Vandaag of morgen valt er een gigantisch pak frisdrank op het podium en roept een donkere stem: dat kan wel wat minder zoet.